Mensenrechten vormen het onvervreemdbare fundament waarop waardigheid, vrijheid en gerechtigheid voor ieder mens zijn gebouwd. Deze rechten zijn universeel, niet-onderhandelbaar en behoren aan alle volken toe, ongeacht politieke context of geografische ligging. Op de Internationale Dag van de Mensenrechten, jaarlijks op 10 december, staat de wereld stil bij de aanneming van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948. Op deze dag worden slachtoffers van onderdrukking herdacht en wordt de blijvende verantwoordelijkheid van staten benadrukt om de vrijheid en veiligheid van hun burgers te beschermen.
De Regering in Ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken sluit zich bewust bij deze wereldwijde reflectie aan. Met dit document bieden wij een geactualiseerde stand van zaken over de mensenrechten in ons land, mede gebaseerd op recente bevindingen van Amnesty International en Human Rights Watch. Deze update vormt een vervolg op onze eerdere oproep aan de Europese Unie en het Koninkrijk der Nederlanden om zich uit te spreken tegen de aanhoudende schendingen binnen de Indonesische rechtsorde, die directe gevolgen hebben voor de bevolking van de Republiek der Zuid-Molukken.
1. VOORTDURENDE ZORGWEKKENDE ONTWIKKELINGEN
Amnesty International bevestigt dat in Indonesië de criminalisering van vreedzame politieke expressie onverminderd doorgaat. De toepassing van de zogenoemde makar-artikelen treft burgers die zich op vreedzame wijze uitspreken over politieke overtuigingen of hun recht op zelfbeschikking. Hoewel veel gevallen zich buiten het grondgebied van de Republiek der Zuid-Molukken voordoen, is het repressieve juridische kader landelijk van kracht en vormt het een voortdurende bedreiging voor Molukkers die hun overtuiging vreedzaam wensen te uiten.
Human Rights Watch en Amnesty signaleren dat de maatschappelijke ruimte in Indonesië verder is ingeperkt. De herziening van de nationale strafwet beperkt burgerrechten op het gebied van meningsuiting, vereniging en bijeenkomst, hetgeen een verslechtering betekent voor alle bevolkingsgroepen binnen Indonesië — en daarmee eveneens voor Maluku.
2. RELEVANTE ONTWIKKELINGEN IN MALUKU
Hoewel internationale organisaties minder expliciete incidenten rapporteren die zich binnen het grondgebied van de Republiek der Zuid-Molukken hebben voorgedaan, wijzen recente gebeurtenissen in aangrenzende regio’s op een patroon dat voor onze bevolking zorgwekkende implicaties heeft.
In Noord-Maluku werden in 2024 meerdere inheemse bewoners veroordeeld wegens vreedzaam verzet tegen een nikkelproject — een situatie die zich buiten het RMS-territorium afspeelde, maar wederom aantoont dat protestbewegingen in het oosten van de archipel met juridische en fysieke repressie worden bejegend. Deze trend onderstreept het risico dat vergelijkbare maatregelen tegen vreedzame Molukse burgers kunnen worden ingezet, temeer daar het juridische instrumentarium uniform wordt toegepast.
3. POLITIEKE CONTEXT ONDER PRESIDENT PRABOWO SUBIANTO
Met de beëdiging van president Prabowo Subianto op 20 oktober 2024 is een nieuwe fase aangebroken waarin de mensenrechtensituatie in Indonesië volgens internationale waarnemers niet is verbeterd maar verslechterd.
Amnesty International en Human Rights Watch wijzen op het uitblijven van hervormingen, de voortzetting van straffeloosheid voor veiligheidsdiensten en een toename van repressieve maatregelen onder Prabowo’s regering. Een jaar na zijn aantreden wordt geconcludeerd dat de bescherming van fundamentele vrijheden is afgenomen.
Voor de Republiek der Zuid-Molukken is deze ontwikkeling van directe betekenis: het Indonesische staatsbestel, dat onze soevereiniteit ontkent en vreedzame Molukse symbooluitingen bestraft, vertoont geen tekenen van liberalisering of toenadering tot internationale rechtsnormen.
4. IMPLICATIES VOOR DE ZUID-MOLUKKEN EN INTERNATIONALE PARTNERS
De Regering in Ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken stelt vast dat haar eerdere oproep aan de Europese Unie en het Nederlandse parlement thans nog meer urgentie draagt. De structurele tekortkomingen in Indonesië blijven gevolgen hebben voor de veiligheid, vrijheid en burgerrechten van onze bevolking.
Wij roepen onze internationale partners op om:
– de mensenrechtensituatie binnen de Republiek der Zuid-Molukken expliciet te betrekken in diplomatieke relaties met Indonesië,
– het gebruik van repressieve wetgeving tegen vreedzame Molukse burgers te veroordelen,
– en te pleiten voor transparante, onafhankelijke monitoring van de situatie in ons land.
5. SLOTVERKLARING
De Regering in Ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken bevestigt haar voortdurende inzet voor vrede, rechtvaardigheid en een samenleving waarin fundamentele rechten onverkort worden gewaarborgd. Wij zullen dit onderwerp blijven uitdragen en roepen alle verantwoordelijke staten op hun morele en juridische plicht na te komen.
6. IN MEMORIAM
In het afgelopen jaar heeft de Regering in Ballingschap van de Republiek der Zuid-Molukken afscheid moeten nemen van twee markante persoonlijkheden die op eigen wijze de gevolgen van Indonesische mensenrechtenschendingen hebben gedragen en daartegen weerstand hebben geboden. Ter ere van hun nalatenschap wordt hieronder kort stilgestaan bij hun betekenis. Een uitgebreide in memoriam wordt separaat ter download aangeboden.
In memoriam — Dominggus Latupeirissa (1934–2025)
Op 12 november 2025 overleed Dominggus Latupeirissa, op 91-jarige leeftijd. Als jonge vrijheidsstrijder behoorde hij tot de groep die in 1950, samen met president mr. dr. Christiaan Soumokil, naar Ceram uitweek om vanuit het binnenland de strijd voor de Republiek der Zuid-Molukken in guerrillavorm voort te zetten.
Na de arrestatie van Soumokil keerde hij terug naar Ambon, waar hij tot op hoge leeftijd een waardige getuige bleef van de offers die de eerste generatie RMS-strijders heeft gebracht. Met zijn overlijden is opnieuw een van de laatsten van het eerste uur heengegaan.In memoriam — Johnson Panjaitan (1960–2025)
De RMS-regering bereikte het bericht van het overlijden van Johnson Panjaitan, advocaat en onvermoeibaar mensenrechtenverdediger uit Jakarta. Als oprichter van de Indonesische Vereniging voor Rechtsbijstand en Mensenrechten (PBHI) speelde hij een sleutelrol in talrijke zaken waarin grove schendingen van fundamentele rechten aan het licht kwamen.
Zijn inzet voor onder meer politieke gevangenen, waaronder de Molukse leraar Johan Teterissa, getuigde van uitzonderlijke moed in een klimaat waarin gerechtigheid vaak gevaarlijk terrein is. Panjaitan werkte nauw samen met de RMS-regering en internationale organisaties om misstanden op de Molukken zichtbaar te maken en lokale juristen te scholen.
Met zijn overlijden verliest Indonesië een principiële en standvastige verdediger van de onderdrukten. De RMS-regering betuigt haar diepe medeleven aan zijn nabestaanden.
Bronvermeldingen [1] Amnesty International Indonesia – Indonesia: New President Must Ensure Accountability for Human Rights Violations (2024): https://www.amnesty.org/en/latest/news/2024/07/indonesia-new-president-must-ensure-accountability/ [2] Amnesty International – Annual Report: Indonesia 2023/2024: https://www.amnesty.org/en/location/asia-and-the-pacific/south-east-asia-and-the-pacific/indonesia/report-indonesia/ [3] Amnesty International – Documentatie vervolging vreedzame activisten: https://www.amnesty.org [4] Amnesty International Indonesia – Human Rights Situation Has Deteriorated Under Prabowo-Gibran’s One-Year Rule (2025): https://www.amnesty.id [5] Human Rights Watch – Indonesia: Rights Recommendations for President Prabowo (2025): https://www.hrw.org/news/2025/01/15/indonesia-rights-recommendations/ [6] Human Rights Watch – Indonesia: Considers Amnesty for Imprisoned Papuans (2025): https://www.hrw.org/news/2025/02/10/indonesia-considers-amnesty/

