Nieuwjaarsboodschap 2022

2 januari 2022

Landgenoten,

Om te beginnen wil ik u allen namens de RMS-regering in ballingschap een voorspoedig en een gezegend 2022 wensen.

Het jaar 2021 is een turbulent jaar geweest. Een jaar waarin het Molukse volk in Maluku en hier in Nederland vele slachtoffers heeft moeten betreuren wegens de gevolgen van de Covid-pandemie. Wij wensen eenieder veel kracht bij het verwerken van het verlies van hun naasten.

Voor wat betreft het politiek jaar 2021 kijken wij met tevredenheid terug en zien wij het nieuwe jaar met het volste vertrouwen tegemoet.

Dit vertrouwen is primair gebaseerd op het feit, dat wij als Molukkers – waar dan ook verblijvende – weten dat wij een uniek volk vormen. Een volk met een eigen geschiedenis, cultuur en identiteit en een eigen land. Wij zijn en blijven onlosmakelijk met elkaar verbonden. Verbonden als volk – Moslims en Christenen – met het land waar onze oorsprong ligt: Maluku.

Een land en volk, dat na eeuwenlange koloniale onderdrukking op 25 april 1950 zich onafhankelijk heeft verklaard door de proclamatie van de Republiek der Zuid-Molukken. Echter óók een land en volk, dat tot op heden moet ervaren dat zij wordt onderdrukt en uitgebuit door de Republiek Indonesië. Een volk, dat ongeacht de religieuze achtergrond – moslim of christen – in grote armoede leeft ondanks dat Maluku over een geweldige rijkdom beschikt. Onderdrukking en armoede kent geen onderscheid in geloof.

Nog recentelijk zijn op 28 december 2021 wederom drie landgenoten tot lange gevangenisstraffen veroordeeld door de rechter in Piru (Ceram).

Pieter Likumahu is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 3 maanden en Alexander Workola en Benjamin Naene tot een vrijheidsstraf van 3 jaar.

Vrijheidsstraffen enkel en alleen omdat zij de nationale vlag van de RMS in hun bezit hadden en/of beschikten over literatuur aangaande de legitimiteit van de RMS als Staat. Veroordelingen tot absurde straffen zijn flagrant in strijd met het internationaal recht. Hier moet een einde aan komen.

Wij moeten daarom met gezamenlijke inspanning ervoor gaan zorgen, dat in het jaar 2022 de wereld gaat zien en horen, dat het volk in Maluku recht heeft op leven in vrijheid, welvaart en in vrede. Dit zijn de kernwaarden van de RMS-strijd en niets anders. Waarden die het verdienen om voor te strijden.

Deze doelen kan de RMS-regering niet alleen realiseren. Daarvoor is betrokkenheid en inzet van het volk nodig.

Een goed voorteken is, dat wij in 2021 hebben mogen constateren, dat het volk in Maluku niet langer doof en blind is.

Het verzet tegen de illegale ontbossingen en mijnbouw alsmede illegale exploitatie van de adatgronden van de inheemse bevolking stuit op fel verzet. Ik noem in dit verband de protestacties in Aru (Marafenfen), Sabuai (Ceram), Buru en op andere locaties in Maluku.

Dit zijn goede signalen. Het volk laat zijn stem horen. Zij eisen het recht op bescherming van hun gronden en wateren op. Zij claimen het recht als volk om te kunnen beschikken over de rijkdommen van Maluku en dat is terecht. Deze doelen sluiten aan op de kerndoelen van de RMS: het realiseren van een Maluku, waarbinnen het Molukse volk in vrijheid, welvaart en vrede kan leven op de gronden van onze voorouders.

Het Molukse volk heeft het recht haar eigen toekomst te bepalen, zoals elk ander volk in de wereld dit toekomt.

In het licht hiervan heeft de RMS-regering vorig jaar de campagne gelanceerd:

“Stop de onderdrukking en exploitatie van Maluku”

In het verlengde hiervan zal de RMS-regering het komende jaar volop inzetten op het beïnvloeden van het voornemen van Republiek Indonesië om met de EU een handelsverdrag (CEPA-verdrag) te sluiten. Een verdrag, dat ook het land en volk van Maluku zal treffen. Een verdrag, dat ertoe zal leiden dat de rijkdom van Maluku alleen ten goede zal komen aan Indonesië en de EU verder zal worden geëxploiteerd zonder dat het volk van Maluku hier beter van wordt. Bovendien is het grondgebied van de RMS vanaf 1950 tot nu toe geannexeerd door Republiek Indonesië.

Intussen hebben wij in 2021 de vicevoorzitter van de EU – dr. Borrell – en de EU-ambassadeur mr. Piket gewezen op het onrechtmatig karakter van het tot stand komen van het CEPA-verdrag met de Republiek Indonesië als het gaat om het gebied van de RMS. De EU-ambassadeur voor de Mensenrechten en de politieke partijen in het Nederlandse parlement zijn eveneens reeds geïnformeerd over deze kwestie.

De EU – in het bijzonder Nederland- moet zijn verantwoordelijkheid nemen en niet wegkijken, zoals na de proclamatie van de RMS op 25 april 1950 is gebeurd.

Hier ligt thans de kans voor politiek Nederland – als onderdeel van de EU – om eerder gemaakte fouten te herstellen en het Molukse volk recht te doen.

Excuses aanbieden moeten gepaard gaan met daden. Aan mooie praatjes hebben wij niets.

De internationale lobby o.l.v. de minister van Buitenlandse Zaken Umar Santi en de samenwerking met de volkeren van West-Papua en Atjeh zal in 2022 mede in verband met het vorenstaande worden versterkt.

De voorlichting van de RMS-regering – o.l.v. van de Wakil KN Trien Solisa- is intussen uitgegroeid tot een professioneel onderdeel van het beleid. De inzet van het social media-team via Facebook, de vernieuwde website en Instagram, geeft de RMS steeds meer een gezicht. De bijdrage van voorlichting aan de activiteiten van de RMS-regering is dan ook van evident belang te achten.

De ondersteuning door het hoofd van de staf Crams Nikijuluw heeft de uitvoering van mijn taken het afgelopen jaar wederom enorm verlicht. Dat zal ook het komende jaar zo zijn.

Het doet de RMS-regering deugd, dat vorig jaar Regina Parinussa als nieuw staflid tot de RMS-regering is toegetreden. Wij verwachten, dat zij als staflid jeugdzaken de jongeren gaat mobiliseren om de strijd in alle opzichten te versterken. Wij roepen de jongeren dan ook op het staflid Regina Parinussa volledig te ondersteunen in haar zware functie. Wij zijn ervan overtuigd, dat dit lukt.

Het is goed te mogen ervaren, dat reeds een aantal jongeren zich bereid heeft verklaard onderdeel te vormen van een lobby- en demoteam. Wij voelen ons óók gesterkt door de jarenlange financiële ondersteuning van onze trouwe donateurs, maar ook door acties van jongeren, zoals FMF, Untuk Maluku Groningen, en diverse andere groepen en individuen, die de strijd ongevraagd financieel ondersteunen. De RMS-regering waardeert dit zeer.

De RMS is een strijd om het recht. De RMS is gestoeld op de proclamatie van 25 april 1950. Het volk heeft toen gesproken en gekozen voor een onafhankelijke staat. Een democratische Staat, die sedert 1950 tot op heden voortleeft. Een Staat gestoeld op een grondwet. Een voorlopige grondwet, die zal worden aangepast aan de eisen van deze tijd en verder wordt voorzien van een Preambule. Dit alles in afwachting van een definitieve grondwet. Het in de komende jaren vormgeven van een noodparlement- waarin het Molukse volk waar dan ook verblijvende kan participeren- zal de constitutionele basis van de RMS versterken. Een noodparlement zal ook de betrokkenheid en medeverantwoordelijk van het volk voor de strijd en van een vrij en welvarend Maluku ten goede komen.

Hiermee zijn enkele agendapunten voor de toekomst benoemd.

Een agenda die alleen met grote inspanning van het volk in Maluku en daarbuiten- in het bijzonder ook de gemeenschap in Nederland- kan worden uitgevoerd.

Vorig jaar was ook voor de Molukse gemeenschap in Nederland een turbulent jaar.

In dat jaar werden wij geconfronteerd met een poging het 70-jarige verblijf in Nederland van de Molukse gemeenschap te herdenken alsmede een tentoonstelling te organiseren. Op zich is hier niets mis mee. Echter wel als deze tentoonstelling de historische feiten t.a.v. de komst van de Molukse KNIL-militairen en hun gezinsleden naar Nederland – in relatie tot het ontstaan van de RMS – onjuist weergeeft. Dit klemt te meer als bij de invulling van de tentoonstelling ook nog eens historici met een Molukse achtergrond betrokken zijn. Nog verwerpelijker is als de herdenking solidariteit, verbinding en inclusie van de Molukse gemeenschap beweert uit te ademen, maar tegelijkertijd de RMS wordt uitgesloten. Wij zien dit als een hernieuwde poging de RMS te liquideren. Een belangrijk doel dat de Republiek Indonesië in samenwerking met Nederland sedert het sluiten van de Akkoorden van Wassenaar onophoudelijk – maar zonder succes – tracht te realiseren.

In dat licht wordt zelfs door enkele “deskundigen” beweerd, dat de komst naar Nederland vrijwillig is geweest, er geen sprake is geweest van een dienstbevel, en zelfs dat de eerste generatie reeds bij aankomst wist dat het verblijf in Nederland een permanent karakter zou dragen.

Landgenoten, dit zijn grote leugens.

Onderdeel van een propagandacampagne om het Molukse volk als “gewone migranten” te bestempelen. Met als uiteindelijk doel de RMS als basis van de komst van de Molukse gemeenschap naar Nederland te elimineren. De politieke angel – de RMS – moet hoe dan ook eruit worden gehaald. Dat is het achterliggende grote plan.

Landgenoten,

Ik zeg u het volgende.

Door de proclamatie van de RMS op 25 april 1950 heeft Indonesië en Nederland het recht van de KNIL- militairen om samen met hun gezinsleden zich op de plaats van hun vrije keuze te kunnen vestigen, te weten de niet bezette gebieden van de RMS en/of Nieuw-Guinea – opzettelijk verhinderd. Reeds door dit recht van een vrije keuze van vestiging na demobilisatie van de KNIL-militairen te blokkeren, is de komst naar Nederland onvrijwillig.

Een komst gebaseerd op een dienstbevel. Dat dit dienstbevel niet altijd schriftelijk is opgemaakt en uitgereikt aan iedere KNIL-militair persoonlijk, maakt juridisch niets uit. Materieel ging het om een opdracht van de legerleiding ingevolge een besluit van de Nederlandse regering om de KNIL-militairen te laten inschepen voor vertrek naar Nederland voor tijdelijke duur. Bij weigering aan het bevel gehoor te geven zouden sancties volgen.

Kortom de proclamatie van de RMS van 25 april 1950 ligt anno 2022 ten grondslag aan de vestiging van de Molukse gemeenschap in Nederland. Dat is een onwrikbaar historisch gegeven. Een komst met een gedwongen karakter voor tijdelijke duur. Met als toetje een ontslag op staande voet uit militaire dienst direct bij aankomst in Nederland. Dit zijn de historische en juridische feiten.

Een herdenking van het 70-jarig verblijf zonder volwaardige participatie van de RMS – en wel in het bijzonder van de RMS-regering – is dan ook onaanvaardbaar.

Ten slotte.

Ook in het jaar 2022 zal het voor ons niet makkelijk worden. De pandemie zal voortduren, maar de RMS-strijd moet onverminderd doorgaan.

Er wachten ons grote uitdagingen. Met gezamenlijke inspanningen gaan wij stappen zetten. De strijd kunnen wij niet alleen voeren. Wij vertrouwen erop, dat de Almachtige Schepper ons de kracht en het inzicht zal geven verder te gaan met de strijd.

Niets is onmogelijk, maar houd in gedachten: zonder strijd is er geen overwinning!

 

Mena!

 

Namens de Regering in ballingschap van de
Republiek der Zuid-Molukken

 

Mr.J.G.Wattilete,
President

 

FILE: Nieuwjaarsboodschap 2022 (PDF)