Op 1 juli van dit jaar richtte de RMS-regering zich per brief aan koning Willem-Alexander. Het antwoord van de Nederlandse regering liet meer dan drie maanden op zich wachten. We begrijpen niet waarom de Rijksvoorlichtingsdienst zoveel tijd nodig had om de 25 regels van zijn korte briefje te formuleren. Erger nog, de schriftelijke reactie van de minister-president is beledigend en grievend voor de Molukse gemeenschap die zich al ruim 70 jaar in Nederland bevindt.

Mark Rutte die historicus is, laat zien dat kennis op dit vakgebied niet kan voorkomen om de plank volkomen mis te slaan. Ernstige fouten die hij zeker als premier niet behoort te maken. Door Rutte worden de in Nederland verblijvende Molukkers op een hoop geveegd en tot onderdeel gemaakt van de Indische gemeenschap. Niets ten nadele van degenen met een Indisch verleden, maar de nazaten van het Zuid-Molukse volk zijn van een andere orde. Zowel wat hun specifieke identiteit, taal en cultuur betreft, maar bovenal dat de komst van de Molukse bevolkingsgroep naar Nederland het directe gevolg is van de proclamatie van de Zuid-Molukse Republiek.

Rutte gaat ook voorbij aan de verantwoordelijkheid van de opeenvolgende Nederlandse regeringen voor de bezetting van het grondgebied van de RMS door Indonesië. De Molukse personen die met Rutte hebben gesproken in het Catshuis, en daar inbrachten vooral respectvol met de politieke strijd van het Molukse volk en de RMS-regering in ballingschap om te gaan, kwamen bedrogen uit Rutte volstaat door alleen op te merken dat hij al excuses heeft aangeboden aan eenieder in Nederland die tot op heden met de gevolgen van de koloniale oorlog heeft moeten leven, met erkenning en waardering van de Indische identiteit en het Indisch erfgoed. Daarbij gaat Rutte volledig voorbij aan de onvrijwillige komst naar Nederland van de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen.

De RMS-regering vindt dat de pijnlijke geschiedenis van het Molukse volk alleen kan worden gerepareerd als de Nederlandse Staat publiekelijk excuses maakt voor al het leed dat door de Staat is aangedaan en de Staat het gemaakte onrecht herstelt.